Wat is belangrijker, vrije markt of overheidsbemoeienis om de economische groei te stimuleren? Dit is de eeuwige vraag waar politici en economen het maar niet over eens kunnen worden en die ook vandaag de dag weer heel actueel is. Wij willen graag weten of u een duidelijke voorkeur heeft (overheid of markt?) en met wie u het eens bent? Laat het ons weten bij comments nadat u eerst het voorbeeld van vandaag hebt gelezen: het banenplan van Obama.
Obama in de voetsporen van Keynes
De banenmachine in de V.S. moet weer gaan draaien en daarom zal president Obama vandaag zijn banenplan presenteren. Het plan zal naar schatting zo’n $300 miljard gaan kosten en moet door het congres worden geloodst. Helaas voor de president, zijn de Republikeinen helemaal niet gediend van dit soort plannen. In hun ogen bemoeit de overheid zich veel te veel met de economie en moet de overheid juist bezuinigen in verband met de huidige crisis. Obama wordt gezien als de ‘big spender’ die de overheidsfinancien de doodsteek aan het geven is.
Deze discussie wordt in de economische geschiedenis al heel lang gevoerd. Het gaat dan vooral tussen de (neo)klassieke en Keynesiaanse economen. De (neo)klassiekers zien de vrije markten als een zelfregulerend systeem en beschouwen de overheid slechts als een verstoring van deze zelfregulering waardoor inefficiency en tekorten ontstaan. Hun grote inspirator is de filosoof op het gebied van de politieke economie Adam Smith die al sprak over de ‘invisible hand’.
Deze onzichtbare hand werd echter door anderen zwaar bekritiseerd. Econoom JM Keynes vond in de jaren na de beurscrash van 1929 juist dat de overheid wel degelijk een rol had. Hij stond een anticyclisch begrotingsbeleid voor. Dit houdt in dat de overheid op het moment van een recessie moet investeren en wanneer de economie bloeit het moet gaan oogsten.
Na de crisis van 1929 werd deze benadering heel populair. De werkgelegenheidsprojecten van Roosevelt’s New Deal zijn zo als Keynesiaans te benoemen. De gedachtengang van Keynes bleef tot in de jaren ’60 nog volop aanwezig in de macro-economische politiek, maar het verloor daarna aan kracht doordat meer neo-klassieke politici aan de macht kwamen. Door de kredietcrisis van 2008 werd de Keynesiaanse gedachte weer relevanter, waarbij het nu op heel wat meer weerstand stuit dan dat na 1929 het geval was.
Terug naar nu… Obama treedt dus in de voetsporen van Keynes en de Republikeinen hangen een sterk neo-klassiek model aan. Maar wie heeft er dan gelijk?
Crisis na 1929 vergelijkbaar met nu?
De republikeinen hebben gelijk, omdat… In de decennia na 1929 waren de beleidsmakers niet beperkt door een astronomische overheidsschuld, waardoor de regering nog veel armslag had om grote structurele banenprojecten op te zetten. Nu is het maar de vraag of die armslag er is, met andere woorden heeft Obama die $300 miljard eigenlijk wel en hoe gaat hij dit geld besteden? Vandaag zullen we het antwoord horen in de speech die Obama gaat geven over dit plan. Een aantal maatregelen zijn al uitgelekt: belastingvoordelen voor bedrijven, infrastructurele projecten als het opknappen van wegen en nieuwe bouwprojecten. De Republikeinen beschermen dus de overheidsfinancien tegen maatregelen die toch niet het gewenste effect gaan opleveren.
Obama heeft gelijk, omdat… Na de verschillende crises van het financiele systeem (banken, overheden en beurzen) gaan stemmen op dat de vrije markt absoluur niet zelfregulerend is en dat het dat ook nooit zal worden. De vrije markt zou slechts een verzinsel zijn van bedrijven, vermogende mensen en investeerders om zoveel mogelijk geld te kunnen verdienen zonder op de vingers te worden gekeken. Door dit complete falen van het systeem, moeten er instituties ontstaan die de markt streng in de gaten houden en moet de overheid veel meer ingrijpen in het reilen en zeilen van de economie. Obama is dus heel verstandig om de economie te stimuleren.
Nu u
Dus de vraag aan u: markt of overheid? Of heeft u misschien een heel andere visie? Schrijf het ons hieronder bij comments!