De crash in 1929 gevolgd door “The great Depression” Hoe zat dat ook weer in elkaar?
Waarom ik de crash van 1929 wil oprakelen? Omdat ik blijf hopen dat de lessen die het verleden ons leert, nuttig kunnen zijn voor de toekomst. En hiermee bedoel ik de nabije toekomst, tussen vandaag en pakweg enkele maanden. Want dat er op Wall Street iets ernstigs te gebeuren staat, lijdt spijtig genoeg geen twijfel. Lees hierover Guy Boscarts nieuwbrieven maar na en kijk naar de posities die op US Markets open staan.
Goed, laten we terugkeren in de tijd, meer bepaald naar de periode na Wereldoorlog I. In de VS begint het ‘jazztijdperk’. De industrie bloeit doordat Europa vragende partij is voor Amerikaanse goederen die de oorlogsverliezen moeten compenseren. In de VS zelf is de vraag naar
bijvoorbeeld auto’s en radio’s spectaculair. Tussen 1919 en 1929 verdriedubbelt het aantal personenwagens en neemt het aantal radio’s toe van 60 naar 840 millioen. Er werden nieuwe behoeften gecreeërd, van koelkasten over naaimachines tot speedboten en waterski’s. In ontelbare bioscopen zat het publiek te genieten van ijskreem en popcorn. Het was het hoogtij van de charleston en Lindberg deed zijn solovlucht over de oceaan. De roaring twenties, zeg dat wel. Hiernaast ziet u de foto van de toenmalige president (Calvin Coolidge, 30ste president, 1923 – 1929). Deze goede man kon het allemaal niet meer zo goed volgen, volgens hem beleefden de States een periode van groei die niet meer zou eindigen. Hij hield het voor bekeken in 1929, ging met pensioen en werd opgevolgd door Herbert Hoover, die de vier jaar van zijn presidentschap niets anders dan crisis zou kennen.
bijvoorbeeld auto’s en radio’s spectaculair. Tussen 1919 en 1929 verdriedubbelt het aantal personenwagens en neemt het aantal radio’s toe van 60 naar 840 millioen. Er werden nieuwe behoeften gecreeërd, van koelkasten over naaimachines tot speedboten en waterski’s. In ontelbare bioscopen zat het publiek te genieten van ijskreem en popcorn. Het was het hoogtij van de charleston en Lindberg deed zijn solovlucht over de oceaan. De roaring twenties, zeg dat wel. Hiernaast ziet u de foto van de toenmalige president (Calvin Coolidge, 30ste president, 1923 – 1929). Deze goede man kon het allemaal niet meer zo goed volgen, volgens hem beleefden de States een periode van groei die niet meer zou eindigen. Hij hield het voor bekeken in 1929, ging met pensioen en werd opgevolgd door Herbert Hoover, die de vier jaar van zijn presidentschap niets anders dan crisis zou kennen.
In de VS floreerde de industrie. Alle dagen werden er meer auto’s verkocht, waarvoor rubberbanden nodig waren, wegen, motoren, metaal, verf, textiel en noem maar op. De réclame vond haar weg naar de radiostations. Er werd vrolijk geld geleend voor het bouwen van huizen.
Yank-met-de-pet had al vlug door, dat in het kielzog van al dat industriële feestgedruis de aandelenkoersen noordwaarts gingen. En wat deed hij? Juist, aandelen kopen. En als hij niet goed wist uit welke sectoren hij zijn keuze ging maken, kocht hij aandelenfondsen, gul aangeboden door ‘gespecialiseerde’ firma’s die bij bosjes als van tussen de straatstenen van New York, Chicago of Seattle te voorschijn kwamen.
Deze firma’s kochten aandelenpakketten en boden ze tot beleggingsfondsen gegroepeerd aan, net zoals nu nog gebeurt. In de roaring twenties was er wel een nuance: de firma’s leenden geld bij banken om hun aankopen te financieren. Omdat ze zoveel winst maakten, leenden ze zelf hun geld verder aan weer andere beleggingsfirma’s enzovoort. Dat lenen werd een nationale sport (en dat is het in de States nog altijd), ook het kopen van aandelen gebeurde met geleend geld.
Iedereen sprak over Wall Street, iedereen droomde van slapend rijk te kunnen worden. En het zag ernaar uit, dat die droom waar zou kunnen zijn. Kijk even naar het linkerdeel van onderstaande chart, die toont hoe het vanaf de jaren ’20 alleen maar bergop ging. Er was schijnbaar geen vuiltje aan de lucht.