...

De CRASH van 1929, de feiten van toen !!

20 augustus 2005, 11:28 | US Markets Redactie | leestijd: 14 minuten | moeilijkheid: 7 / 12 | (0)

Voor iedereen die van ver of van nabij met de beurs iets te mak­en heeft bli­jft 24 okto­ber 1929 Black Thurs­day’ .…. Een datum die als een kille adem in zijn/​haar nek blaast .… Was deze beurscrash echt zo bru­taal en onverwacht als het op het eerste gezicht lijkt? Ging de crash gepaard met een vloed­golf aan zelf­mo­or­den? Waren werk­loosheid en armoede echt zo erg gedurende de Great Depres­sion’, die vol­gde op de crash? Hoe reageerde de rest van de wereld? Jan Van Besauw dook in de archieven en probeert u via een duidelijk overzicht deze barre peri­ode te beschri­jven …


De crash in 1929 gevol­gd door The great Depres­sion” Hoe zat dat ook weer in elkaar?

Waarom we de crash van 1929 weer eens oprake­len? Omdat we bli­jven hopen dat de lessen die in het verleden wer­den geleert, nut­tig kun­nen zijn voor de toekomst. En hier­mee bedoe­len we wel de nabi­je toekomst, tussen van­daag en pak­weg enkele maan­den. Want dat er op Wall Street iets ern­stigs te gebeuren staat, lijdt jam­mer genoeg geen twijfel. 
Goed, lat­en we terugk­eren in de tijd, meer bepaald naar de peri­ode na Werel­door­log I. In de VS begint het jaz­zti­jd­perk’. De indus­trie bloeit door­dat Europa vra­gende par­tij is voor Amerikaanse goed­eren die de oor­logsver­liezen moeten com­penseren. In de VS zelf is de vraag naar bijvoor­beeld auto’s en radio’s spec­tac­u­lair. Tussen 1919 en 1929 ver­driedubbelt het aan­tal per­so­n­en­wa­gens en neemt het aan­tal radio’s toe van 60 naar 840 mil­lioen. Er wer­den nieuwe behoeften gecreeërd, van koelka­s­ten tot naaima­chines tot speed­boten en water­ski’s. In ontel­bare bio­scopen zat het pub­liek te geni­eten van ice­cream en pop­corn. Het was het hoogtij van de charleston en Lind­berg deed zijn solovlucht over de oceaan. De roar­ing twen­ties, zeg dat wel. Hieron­der ziet u de foto van de toen­ma­lige pres­i­dent, Calvin Coolidge, de 30ste pres­i­dent van 1923 tot 1929. Deze goede man kon het alle­maal niet meer zo goed vol­gen, vol­gens hem beleef­den de States een peri­ode van groei die niet meer zou eindi­gen. Hij brak in 1929 zijn tweede ambt­ster­mi­jn vri­jwillig af, hij hield het voor bekeken, ging met pen­sioen. Coolidge werd opgevol­gd door Her­bert Hoover, die de vier jaar van zijn pres­i­dentschap niets anders dan cri­sis zou kennen. 

Zoals eerder gezegd, flo­reerde gedurende de roar­ing twen­ties in de VS (en ook erbuiten) de indus­trie. Alle dagen wer­den er meer auto’s verkocht, waar­voor rub­ber­ban­den nodig waren, wegen, motoren, metaal, verf, tex­tiel en noem maar op. De réclame vond haar weg naar de radio­sta­tions. Er werd vrolijk geld geleend voor het bouwen van huizen.
Yank-met-de-pet had al vlug door, dat in het kiel­zog van al dat indus­triële feestge­druis de aan­de­lenko­ersen noord­waarts gin­gen. En wat deed hij? Juist, aan­de­len kopen. En als hij niet goed wist uit welke sec­toren hij zijn keuze ging mak­en, kocht hij aan­de­len­fond­sen, gul aange­bo­den door gespe­cialiseerde’ fir­ma’s die bij bosjes van tussen de straat­ste­nen van New York, Chica­go of Seat­tle te voorschi­jn kwamen. 
Deze fir­ma’s kocht­en aan­de­len­pakket­ten, groepeer­den ze tot beleg­gings­fond­sen en boden ze op de beurs te koop aan, net zoals nu nog gebeurt. In de roar­ing twen­ties was er wel een nuance: de fir­ma’s leen­den geld bij banken om hun aankopen te financieren. Omdat ze zoveel winst maak­ten, leen­den ze zelf hun geld verder aan weer andere beleg­gings­fir­ma’s enzovoort. Dat lenen werd een nationale sport (en dat is het in de States nog alti­jd), ook het kopen van aan­de­len en dito fond­sen gebeurde met geleend geld. (die kun­nen we nu vergelijken met wat er met de Hedge­funds gebeurd) 
Iedereen sprak over Wall Street, iedereen droomde van slapend rijk wor­den. En het zag ernaar uit, dat die droom waar zou kun­nen zijn. Kijk even naar het link­erdeel van onder­staande chart, die toont hoe het vanaf de jaren 20 alleen maar bergop ging. Er was schi­jn­baar geen vuilt­je aan de lucht.

Wat gebeurde intussen in Europa? Ten eerste moet u weten, dat in die tijd de snel­ste vor­men van inter­con­ti­nen­tale com­mu­ni­catie zich beperk­ten tot telegram­men en krak­ende tele­foonge­sprekken. Men trok zich in Par­i­js en in Lon­den niet zoveel aan van wat over de plas gebeurde. Zolang er maar schep­en over en weer kon­den varen met han­del­swaar en de rekenin­gen op tijd wer­den betaald, dan was alles in orde. De industriële ontwik­kel­ing in de USA gold wel als lich­t­end voor­beeld voor het Avondland. 
In het Avond­land was er een natie, die prob­le­men had. Duit­s­land kre­unde onder de her­stel­be­talin­gen, in 1919 opgelegd door het Ver­drag van Ver­sailles. Er was woede en frus­tratie over de bezetting van het Roerge­bied door Frankrijk omdat in 1921 Duit­s­land zijn schulden niet meer kon inlossen.Werkloosheid en armoede waren troef en vooral was er de psy­chol­o­gis­che schok, de oor­log te hebben ver­loren. Poli­tiek was het een rom­melt­je, linkse en rechtse extrem­is­ten don­gen naar de gun­st van Fritz-met-de-pet. Een gevaar­lijk beest maak­te zich klaar om de democ­ra­tie naar de keel te vliegen.
Een ander gevaar­lijk beest was er in de roar­ing twen­ties actief in de States: de geor­gan­iseerde mis­daad. Van 1919 tot 1933 gold De Droog­leg­ging, het ver­bod om alco­hol te pro­duc­eren en te ver­han­de­len. Het resul­taat was het omge­keerde van wat beoogd werd. Ille­gale alco­hol­pro­duc­tie en ‑han­del, gang­ster­ben­des die ganse stads­de­len ter­roriseer­den waren scher­ing en inslag. De naam Chica­go kan men heden ten dage nog alti­jd niet los­mak­en van gang­sters, met op kop Al Capone. Dat is de achter­grond waarop zich in 1929 het beurs­dra­ma afspeelde, waaraan drie data zijn verbonden:
Black Thurs­day: 24 okto­ber 1929
Black Mon­day: 28 okto­ber 1929
Black Tues­day: 29 okto­ber 1929
Maar 24 okto­ber was niet dé grote ver­rass­ing zoals men het wil lat­en uitschi­j­nen. Black Thurs­day werd voorafge­gaan door een datum, die wat ver­dron­gen is, nl. maandag 21 okto­ber 1929. Toen had men al kun­nen weten dat er iets heel erg loos was. Naar diege­nen die probeer­den te ver­wit­ti­gen, werd niet geluisterd. 
Wie luis­ter­de trouwens naar Alan Greenspan wan­neer hij op 5 decem­ber 1996 het had over irra­tional exhuber­ance’ met betrekking tot de technologie-zeepbel?
Op maandag 21 okto­ber 1929 was op Wall Street het ver­han­delde vol­ume abnor­maal hoog: bijna 
6,1 miljoen efecten tegen­over ca 4 miljoen nor­maal. Daaren­boven kon de tick­er tape machine’ niet vol­gen. Deze machine was rev­o­lu­tion­air in die tijd, omdat ze langs telegrafis­che weg let­ters en cijfers kon over­seinen in plaats van morsetekens. 


Tick­er Tape Machine

De gegevens ver­sch­enen op een strook papi­er, de tape. Ze kreeg haar naam door het tikkend gelu­id dat ze maak­te. De namen van aan­de­len wer­den gecodeerd. Die soort coder­ing bestaat nog alti­jd en de naam van de nu verd­we­nen machine leeft nog alti­jd voort als we spreken van de tick­er’ van een aandeel.
Als zulke machine uitviel, gaf dat aan­lei­d­ing tot paniek.Want plots kon je niet meer weten of je order was uit­gevo­erd, of welke de laat­ste koers was. Net alsof nu opeens de com­put­ers zouden crashen.
Wel, op maandag 21 okto­ber had­den de tick­er tape machines op Wall Street zware tech­nis­che prob­le­men met als gevolg een ver­trag­ing van ongeveer een uur. De reden moet geweest zijn dat te veel orders ineens wer­den doorgegeven. Het gevolg was onzek­er­heid, gevol­gd door blinde paniek-verkoop. De Dow Jones kreeg zijn eerste opdoffer.
De dagen erna ver­liepen stor­ma­chtig. Er werd nog verkocht, maar ook teruggekocht, waar­door de koersen terug wat opliepen. De meest dwaze bericht­en ver­sch­enen in de kran­ten en wer­den geho­ord op de radio. Een soort waanzin maak­te zich meester van de VS. De klap op de waanzin-vuurpi­jl kwam van een Yale pro­fes­sor, de heer Irv­ing Fish­er. Op 23 okto­ber, een dag voor de echte crash, beweerde hij doo­dleuk dat het­geen de maandag voor­di­en gebeurde, een soort gezonde her­schikking was, en dat de VS een per­ma­nent
plateau van wel­vaart’ had­den bereikt. De koersen waren nog lang niet op hun top, dus jon­gens en meis­jes, geen zor­gen, alles is onder con­t­role, zo beweerde de prof van Yale. 
Toen gebeurde het ! De val klapte dicht op don­derdag 24 okto­ber 1929, Black Thurs­day. Die dag wer­den bij­na 13 miljoen aan­de­len ver­han­deld. De tick­er tape machines lieten het 1,5 uur afweten. Banken en make­laarskan­toren wer­den bestor­md door verkooplusti­gen. Paniek­gol­ven raas­den door de strat­en van New York en andere grote ste­den. Er waren onge­con­troleerde bericht­en over zelf­mo­or­den. Bro­kers zouden zich ver­gast of ver­hangen hebben, een groep van 11 spec­u­lanten zou van een torenge­bouw gespron­gen zijn. In de namid­dag kwa­men pogin­gen tot kalmeren van de gemoed­eren, waar­van de meest opmerke­lijke het optre­den was van de heer Richard Whit­ney, vice-pres­i­dent van de NYSE en bro­ker voor J.P. Mor­gan. Tot aan zijn enkels wadend door de verkoop­sor­ders en de tick­er tapes ging hij van de ene NYSE-han­del­spost naar de andere en hij plaat­ste omvan­grijke kooporders. Dit feit maak­te de ronde in de strat­en van New York, werd ver­meld op de radio en in de pers. Op slag kon men terug glim­lachen. De bui leek voorbij.
Vri­jdag 25 en zater­dag 26 okto­ber waren geen opmerke­lijke dagen voor Wall Street. Wie ver­loren had, lik­te zijn won­den. Er werd hier en daar zelfs bijgekocht. De koersen schom­melden zijwaarts. Iedereen hoopte dat de banken tussen­bei­de zouden komen, zoals in de pers gesug­gereerd werd. Op maandag 28 okto­ber, Black Mon­day “, bleek de inter­ven­tie van de banken ijdele hoop. Er gebeurde hele­maal niets om de sit­u­atie te red­den. Er kwam geen Richard Whit­ney meer opda­gen. Verwacht­ing sloeg om in wan­hoop. Meer dan 9,25 miljoen aan­de­len veran­der­den van eige­naar. De koersen kelderden. 
Voor de beurs­ge­bouwen verza­melden zich woe­dende menigten. Kran­ten die sussende artikels pub­liceer­den, wer­den niet meer geloofd.

De dag erop, dins­dag 29 okto­ber, Black Tues­day, was het voor­bij met elke vorm van hoop. Meer dan 16,4 miljoen aan­de­len wer­den te koop aange­bo­den, de tick­er tape machines vie­len meer dan 2,5 uur uit, ook nu gebeurde geen enkele red­dings­poging. Er kwa­men weer bericht­en van zelf­mo­or­den, alhoewel die nooit echt beves­tigd zijn. Deze gedenkwaardi­ge dins­dag is te beschouwen als het einde van de roar­ing twen­ties, het was uit met de pret en de zorgeloosheid, de dromen van slapend rijk wor­den waren voorbij. 

De Great Depres­sion was begonnen. Het werd de somber­ste peri­ode uit de Amerikaanse geschiede­nis en ze duurde van 1929 tot 1933. In juli 1932 bereik­te de Dow Jones het absolute dieptepunt van 41,22 pun­ten, 89% onder de piek van ca 381 pun­ten in 1929. In 1933 was men zek­er van het her­s­tel van deze index. Onder­staande chart illus­treert dit op drama­tis­che wijze. Maar het moest nog duren tot 1954 vooraleer de Dow zijn peil van de roar­ing twen­ties terug bereikte! 


Het lev­en in de VS tij­dens de Great Depres­sion was onge­meen hard. Wie zijn carrière vlot en lucratief was begonnen, zag zich plots berooid. Lange rijen werk­lozen maak­ten hun opwacht­ing voor werk of ste­un, die ofwel onvol­doende waren of zelfs niet kwamen.


Souce: News

En in Europa?

In het Verenigd Koninkrijk en in Frankrijk was wel wat ongerus­theid, vooral over het uit­bli­jven van orders en achter­stal­lige betalin­gen. Verder beschouwde men de crash van1929 als een Amerikaans prob­leem. Toen de Great Depres­sion begon, lei­d­de dit tot wat onzek­er­heid in Par­i­js en in Lon­den, maar in Duit­s­land betek­ende dit de start voor een cat­a­stro­fale ontwik­kel­ing die uitein­delijk de ganse pla­neet in vuur en vlam zou 
zetten. Met veel ste­un uit de VS was Duit­s­land er vanaf 1926 wat beter aan toe, maar de prille voor­spoed was niet meer dan wat ver­guld­sel. Er was in 1929 nog alti­jd 20% werk­loosheid en de economie hing nog steeds in sterke mate af van de VS. Na de crash van 1929 bleven Amerikaanse lenin­gen en bestellin­gen uit. De werk­loosheid explodeerde tot 33% in 1933, het jaar dat Adolf Hitler aan de macht kwam. De wan­hopige Duit­sers vlucht­ten weg in extrem­isme, waar­van het nazisme het droe­vige resul­taat was. 

We mogen dus stellen, dat de crash van 1929 zek­er heeft bijge­dra­gen tot het uit­breken van Werel­door­log II.

Hoe ging het verder in de VS?
Zich onbe­wust van wat in Europa gaande was, probeer­den de Amerika­nen zich te her­pakken na de ramp. Velen trokken weg uit de ste­den en zocht­en hun heil in de West­erse stat­en, zoals hun vooroud­ers dat deden gedurende de Grote Trek. Anderen had­den zelfs de mid­de­len niet meer om te reizen en hin­gen volledig af van de lief­dadigheid. Dat in de VS zich geen fas­cisme heeft ontwikkeld, kun­nen we verk­laren door­dat de Amerikaan van nature een over­lever is, te fier om een tegenslag toe te geven. Iedereen vocht indi­vidueel voort. 



Toen pres­i­dent Roo­sevelt aan het bewind kwam in 1933, lanceerde hij het ene her­stel­pro­gram­ma na het andere. De algemene naam van zijn poli­tiek was New Deal’. En het luk­te. Vanaf 1935 ging het terug bergop met de economie en gedurende en na de oor­log 1940 – 1945 ont­popten de VS zich als de machtig­ste natie ter wereld.

Maar de pijn van 1929 is nog niet ver­geten. Hoe was het zover kun­nen komen? Wel, het is zoals de spreek­wo­ordelijke drup­pel die de emmer doet over­lopen. Het ganse sys­teem van voor 1929 was gebaseerd op irra­tionele hoop en eenieder deed niets liev­er dan de zelfge­maak­te fabels te geloven. Een kleine vonk was genoeg om het economis­che kruit­vat te doen ontploffen.
Van­daag, 77 jaar na Black Thurs­day, heeft zich weer een zeep­bel gevor­md. Er is weer een irra­tion­eel geloof in een economisch her­s­tel dat niet echt gefun­deerd is. Er zijn weer toren­hoge schulden. Er is weer extrem­isme in de wereld. De lenin­gen swin­gen weer (nog alti­jd?) de pan uit. Denk ook aan Fan­nie Mae/​Freddie Mac met hun enorme hypothe­caire lenin­gen waar­van niet zek­er is, dat de onderliggende kap­i­tal­en wel bestaan. Denk aan de boekhoud­schan­dalen die geregeld opduiken. Denk aan de insid­er sell­ing etc…
Maar we lev­en nu in 2007. We hebben enorme com­mu­ni­catiesys­te­men. Elk belan­grijk bericht wordt tijdig opgevan­gen. Maar zijn we wijz­er gewor­den? Hebben we de lessen uit het verleden geleerd? Daarop durft uw colum­nist niet antwo­or­den. Of toch wel. Ik heb zo mijn twijfels … 
Jan Van Besauw
US Mar­kets

Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.