...

Edelmetaal in discrediet?

9 april 2013, 07:44 | Robert Broncel | leestijd: 13 minuten | moeilijkheid: 9 / 12 | (0)

Met de lancer­ing van de per­ma­nente QE (opblazen van de geld­ho­eveel­heid) werd het edel­metaal sinds sep­tem­ber 2011 met inter­rup­ties voort­durend neer­waarts bijgesteld” resul­terend in een down” van bij­na 20% vanaf het hoogtepunt van $1.920. Goed, de sti­jging ging te snel maar de mark­ton­rust gaf er wel aan­lei­d­ing toe. De hoog­ste kwaliteit­saan­de­len daalden ver­vol­gens gemid­deld met 40% en de juniors zelfs met ruim 60%. Het sen­ti­ment heeft zich nu tegen goud en zil­ver gekeerd in de veron­der­stelling dat na 6 keer rood op de roulet­tetafel ook de zevende keer rood moet zijn.


Deze voort­durende bijstellin­gen zijn geen­szins mark­tge­dreven, want zil­ver en goud zijn niet aan te slepen. Het gaat om het papieren” edel­metaal dat door de zgn. bul­lion banks op de futures beurs (COMEX) in New York wordt aanges­tu­urd met soms heftige beweg­in­gen.. De dagelijkse ontwik­kelin­gen zijn te vol­gen in de Com­mit­ment of Traders (COT) rap­porten.

De dis­pariteit tussen het fysieke edel­metaal en de mijn­bouw­fond­sen is eve­neens te danken aan voort­durende inter­ven­ties op de HUI index (16 groot­ste aan­de­len­fond­sen). Hoe sterk die zijn wordt o.m. duidelijk door­dat nu juist heftig wordt ingekocht op deze aan­de­len zon­der dat ze ook maar een stu­iver sti­j­gen. Zo wer­den er in het SPDR Gold Share fund op 18 maart in 10 minuten tijd meer dan 3 miljoen aan­de­len gekocht zon­der dat de koers een rimpel­ing ver­toonde. Zo verziekt blijken de offi­ciële mark­ten (edel­metaal, aan­de­len, oblig­aties maar ook de com­modites) te zijn dat er op grond van pure mark­ton­twik­kelin­gen geen enkele staat meer op te mak­en is. Om die reden dient men op geen enkele manier te liq­uideren en juist van deze sit­u­atie gebruik mak­en door (bij) te kopen, ook al wor­den de marges bij oplopende kosten geringer naar­mate de goud- en zil­ver­pri­js stelsel­matig onder druk wor­den gehouden.

Goud en zil­ver lopen meestal in lock step’ waar­bij zil­ver gezien de dun­nere markt makke­lijk­er te bema­nip­uleren valt. Mid­dels long/​short oper­aties dient de indruk gewekt te wor­den alsof de koop­kracht van het fiat­pa­pi­er en edel­metaal ten­min­ste gelijke tred houden. Als gevolg daar­van is de pop­u­lar­iteit van edel­metaal bij (pro­fes­sionele) beleg­gers sinds die tijd flink afgenomen en dat geldt nog sterk­er voor aandelen.

Kijken we naar de ontwik­kel­ing van de goud­pri­js dan blijkt goud het sinds het jaar 2000 nog alti­jd beter te hebben gedaan dan andere ver­mo­gen­scat­e­gorieën zoals aan­de­len. Goud steeg in die peri­ode van $270 per ounce naar $1.600 per ounce of een sti­jging met bij­na 500%. De Dow Jones kwam niet verder dan het aan­tikken van het hoog­ste punt van ruim 14.000 pun­ten. Eigen­lijk dienen we niet te spreken van een goud­pri­jssti­jging maar van een evenredi­ge koop­kracht­dal­ing van het fiat­pa­pi­er. Daar­van rept echter geen cen­trale banki­er.



Boven­staande grafiek toont aan hoe de koop­krachtver­houdin­gen zich vanaf begin vorige eeuw hebben geman­i­fes­teerd in de ver­houd­ing Dow Jones tot goud die varieerde van 1,6 ounces in 1933 tot ca. 45 ounces in 2000. Vorig jaar kocht je de Dow nog voor 7,7 ounces. Als gevolg van de opgelopen Dow en de gecon­troleerde” goud­pri­js is de ver­houd­ing intussen weer opgelopen naar 9,4 ounces. Als de beurs bli­jft oplopen ter­wi­jl goud onder de duim wordt gehouden zal de opwaartse trend weer wor­den ingezet maar dat duidt geen­szins op een natu­urlijke ontwikkeling.

Ander voor­beeld: toen goud in het jaar 2000 omgerek­end in euro’s ca. €10.000 per kilo­gram deed, kostte een huis van €300.000 ongeveer 30 brood­jes”. Zou je dit huis nu voor dezelfde pri­js kun­nen verkopen dan zou je er bij een goud­pri­js van ca. €40.000 ongeveer 7½ brood­je voor terugkri­j­gen ofwel een ver­lies van 75% oplev­eren, nota bene bij een ongewi­jzigde koop­som van je huis. Dus edel­metaal heeft onweer­leg­baar koopkracht!

Edel­metaal blijkt van oud­sh­er de meest betrouw­bare inter­na­tionale val­u­ta­s­tan­daard te zijn geweest. Onze” roem­ruchte VOC zou zon­der goud nooit een Gouden Eeuw hebben kun­nen bew­erk­stel­li­gen. Na het omleggen” van de Gouden Stan­daard in de jaren 30 en de loskop­pel­ing van de dol­lar in 1971 hebben goud en zil­ver in de mon­e­taire wereld geen rol van beteke­nis meer gespeeld. Dat gold echter niet voor de beweg­in­gen van de goud- en zil­ver­pri­js. In de jaren 70 ste­gen deze als gevolg van de oplopende inflatie met resp. meer dan 2.000% en 3.000%. Na een peri­ode van een meer even­wichtig mon­e­tair beleid in de jaren 80 en 90 trok het edel­metaal na 911 weer aan als gevolg van de oplopende kosten van de Home­land Secu­ri­ty (bin­nen­landse beveilig­ing) alsmede de oor­logen in Irak en Afghanistan die alleen mid­dels de geld­pers waren/​zijn te financieren.

Door grof geschut” in te zetten werd de opgaande trend sinds sep­tem­ber 2011 afge­bro­ken, niet­te­gen­staande het feit dat lan­den als Chi­na, Rus­land, India, Korea, Tai­wan, Thai­land, Venezuela, Mex­i­co e.a. zich voort­durend aan de koopz­i­jde bevin­den. De vraag naar goud en zil­ver is ongeveer 1½ maal grot­er dan de jaar­lijkse pro­duc­tie en heeft daarmee grot­er dan ooit een nieuwe trend ingelu­id. Met een pro­duc­tie van ca. 340 ton is Chi­na s werelds groot­ste goud­pro­du­cent gewor­den waar­van overi­gens geen gram naar het buiten­land gaat. Sterk­er, het land is naarstig doende om via (in)directe aankoop alsmede deel- en/​of over­names in/​van mijn­bouw­pro­jecten met name in Aus­tral­ië en Afri­ka zo snel mogelijk een sub­stan­tiële voor­raad op te bouwen. Gissin­gen over de huidi­ge reserve lopen uiteen van 1.055 ton (laatst opgegeven in 2009) – ca. 3.000 ton. Met de opbouw van een eigen goudreserve wenst het land op enige ter­mi­jn zoveel onder­pand te hebben gecreëerd dat de eigen munt (yuan of ren­min­bi) de reserverol van de dol­lar kan overnemen.

Vergeleken met andere ver­mo­gen­scat­e­gorieën vormt goud nog maar een minus­cu­ul onderdeel in de gemid­delde beleg­gingsporte­feuille. Voor de goede orde dient voor de Alter­na­tives’ grond­stof­fen te wor­den gelezen. Het is niet moeil­ijk te raden wat de goud­pri­js zou doen bij een ophoging van 1% naar 2% in de porte­feuilles. Een dergelijke sti­jging waar­voor grond­stof­fen zeer gevoelig zijn zou onher­roe­pelijk tot een niet-omkeer­bare inflatie lei­den. Van­daar dat óók om deze reden alles in het werk wordt gesteld om te voorkomen dat een opgaande beweg­ing van het goud opnieuw in gang wordt gezet.



Na het Lehman déba­cle besloot de Amerikaanse banken­sys­teem tot een krachtige ver­ruim­ing van de geld­ho­eveel­heid over te gaan in plaats van tot her­struc­turering en/​of saner­ing. Echter, hoe meer fiat­geld in het cir­cuit wordt gepompt, hoe lager de intrin­sieke waarde ervan. Kijk maar naar de pri­js van het geld: de rente! Hier­mee heeft de cen­trale bank de geld­waarde tot bij­na nul gere­duceerd of beter tot waarde­loos verk­laard. Toch zijn nog weini­gen echt door­dron­gen van het feit dat we in een papieren mirage (lucht­spiegeling) verk­eren. Dat geldt zow­el de V.S. als Europa en ook Japan.



De cor­re­latie tussen de groei van de cen­trale bankbal­ans en de sti­jging van het goud sinds het jaar 2000 valt niet te ontken­nen. In de boven­liggende chart zijn de opgeveegde” staatss­chulden door de cen­trale banken van de V.S, EU, VK en Japan samengevoegd. Ook dan blijkt het beeld nogal syn­chroon te zijn.

Met de Amerikaanse schuldquote van ruim 100% van het BBP had het gerenom­meerde CATO onder­zoeksin­sti­tu­ut in Wash­ing­ton DC al weinig goede woor­den maar kwam wat Europa betre­ft onlangs tot een nog veel stu­i­ten­der oordeel:

Het gemid­delde EU-land zou 434% van het BBP op de bank moeten hebben staan om aan de schuld­ver­plichtin­gen te kun­nen vol­doen. Behalve Duit­s­land dat thans quitte speelt, zit­ten de 16 overige lan­den met teko­rten van >3% opgescheept, laat staan een ben­odigd sur­plus van 100% zouden kun­nen pro­duc­eren. Op de ECB bal­ans vind je hier­van niets terug omdat zulks vol­gens Draghi niet nodig is, maar dit is nu juist de crux, vol­gens CATO con­staterend dat de ECB bal­ans in feite niet meer dan een fic­tie is.

Vol­gens dit zelfde insti­tu­ut zit het Europese banksys­teem met een bal­ans van €35 biljoen (12 nullen) opgezadeld waar­van bij­na een kwart in PIIGS schuld. Dit ter­wi­jl de banken een min­i­male reserve­posi­tie aan­houden van nog geen 1 op 26, inhoudend dat het risi­co bij een default van <4% al desas­treus is. Ter vergelijk­ing staat er bij de Fed slechts” $12 biljoen uit.

Om deze reden wordt er door de BRIC’s een plan ges­meed om de Wereld­bank en het IMF mid­dels een eigen insti­tu­ut te omzeilen en zich hier­mee te dis­tan­tiëren van de dol­lar en de euro die vol­gens deze lan­den bei­de doomed zijn. Vreemd genoeg lees je hierover in de pub­lieke media maar heel weinig ter­wi­jl het juist gaat om een aanzet tot draai­ing van het mon­e­taire epi­cen­trum. Afgezet tegen alle uit­staande schulden is het edel­metaal nog nooit zo goed­koop geweest.

Om in edel­metaal te beleggen alle mogelijkhe­den nog een keer op een rijtje:

  • In munten zoals gouden tien­t­jes, Canadese Maple Leafs of Krugerrands
  • In baren maar met een aan­tal nade­len van opslag, verzek­er­ing, betrouw­baarheid van gehalte en verhandelbaarheid 
  • In de vorm van een edel­metaal­reken­ing bij een bank met het risi­co dat de bank niet aan haar ver­plichtin­gen kan voldoen
  • In de vorm van ETF’s zon­der de zek­er­heid dat de dekking 100% is
  • In spe­ciale trusts of fond­sen die voor 100% in edel­metaal zijn belegd (veilig)
  • In aan­de­len van mijn­bouw­ers anticiperend op groei naar­mate nieuwe vond­sten aan de reserves kun­nen wor­den toegevoegd en het hef­boom­ef­fect bij een sti­j­gende pri­js van het edelmetaal.

Aan­de­len in de edel­metaal­sec­tor zijn alleen dit jaar al met ca. 17% gedaald, ter­wi­jl de S&P bijvoor­beeld met bij­na 9% is geste­gen. Tussen 2001 en 2008 steeg de HUI Index (16 groot­ste goud­pro­du­cen­ten) met bij­na 1000% en die trend werd na de dal­ing 2008 opnieuw met een sti­jging van ca. 200% ingezet.

Zie onder­staande charts:


Bij een op z’n minst sta­biele goud­pri­js en oplopende exploitatie- en explo­ratiekosten ligt de verk­lar­ing voor de hand dat beleggen in aan­de­len min­der inter­es­sant wordt, vooral als het gaat om zgn. low­er grades vond­sten, gemid­deld nauwelijks meer dan 1 gram per ton. De kosten hier­van zijn sinds het begin van deze eeuw met ruim 250% geste­gen. De gemid­delde total cash cost* lag in het 4e kwartaal van 2012 op $1.587 per ounce het­geen er op wijst dat pro­du­cen­ten bij een verdere dal­ing van het goud in prob­le­men kun­nen komen, zodat je zou mogen verwacht­en dat bij $1.600 zo ongeveer de bodem zou moeten. Dat wil niet zeggen dat daar dit ook gebeurt. In tegen­deel, gezien het huidi­ge sen­ti­ment is de kans groot dat het ork­est van de bul­lion banks nog een tijd­je bli­jft door­spe­len tot­dat de Azi­atis­che lan­den afhaken.

* Gezien de jong­ste mark­ton­twik­kelin­gen hebben veel pro­du­cen­ten hun kale” cash cost nu verdis­con­teerd in een all-in cash cost inclusief alle oper­a­tionele kosten en inclusief de overige explo­ratie- en exploitatiekosten. Hier­mee werd een sig­naal afgegeven naar de bul­lion banks.



Op het moment dat het edel­metaal weer aantrekt, zullen de win­st­marges op stel en sprong ver­beteren waarmee tegelijk de aanzet wordt gegeven tot een nieuwe koerssprong. De laag­ste kosten­pro­du­cen­ten zullen uit­er­aard het meest van deze beweg­ing prof­iteren.



Door de HUI Index te delen op de goud­pri­js is de resul­tante thans 0.22. Dit niveau is sinds 2001 niet meer gezien toen de goud­pri­js nog ruim bene­den $300 noteerde. De onder­waarder­ing wordt hier­mee tre­f­fend tot uit­drukking gebracht: dit betekent dat edel­metaalaan­de­len nu zelfs lager staan dan tij­dens de val in 2008 en beleg­gers die nadi­en niet zijn ingestapt alsnog van dit uit­zon­der­lijke lage koer­sniveau gebruik kun­nen mak­en.



Zon­der namen te noe­men blijkt er intussen vanu­it insid­er­skrin­gen (bestu­ur­ders en relaties) grote inter­esse te zijn om eigen aan­de­len in te kopen, zo sterk dat elk aan­bod meteen van de markt wordt geplukt.



Zoals uit boven­staande charts blijkt heeft zil­ver het in de afgelopen 10-jarige peri­ode met een sti­jgings­fac­tor 6 beter gedaan dan goud met een fac­tor 4 maar wel met een volatiel­er beeld.

Sinds sep­tem­ber 2011 heeft zil­ver met ca. 40% een grotere dal­ing onder­gaan dan goud met een dal­ing van bij­na 20%. Op de huidi­ge stand liggen de pri­jzen van bei­de met­al­en vlak boven het all-in cash niveau van resp. $1.545 en $28 per ounce. Mocht­en de pri­jzen nog verder dalen dan zal er niet alleen zwaarder in de kosten moeten wor­den gesne­den maar zullen ook uit­brei­d­ing en pro­duc­tiev­er­grot­ing op de helling komen te staan.

Voor zil­ver geldt in het bij­zon­der de achtergestelde relatie tot het goud die his­torisch alti­jd tussen 1620 ounces zil­ver tegen één ounce goud tegen thans boven de 50 ounces. Daar­bij komt dat er 5 maal meer goud dan zil­ver boven de grond aan­wezig is en beleg­gers naar ver­houd­ing gemid­deld 50 maal meer zil­ver dan goud kopen, over scheef­groei gesproken!

Neemt de neer­waartse druk op de COMEX verder toe dan ligt de eerste weer­stand rond het niveau van $26 en daaron­der op het niveau van $20 en ver­vol­gens $15. Zo ver zal het echter wel niet komen, want onder de kost­pri­js verkoopt nie­mand graag.


Robert Bron­cel
Voor US Mar­kets


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.