...

VERWARRING GROEIT! - DEEL 1

29 januari 2011, 10:53 | US Markets Redactie | leestijd: 10 minuten | moeilijkheid: 10 / 12 | (0)

Na een opmerkelijke oploop van het edelmetaal van $1.200 naar $1.400 gedurende de laatste 5 maanden van 2010 deed zich de afgelopen dagen een bijna even opmerkelijke duikeling voor. Diverse redenen werden aangedragen:


a) de bull markt in edelmetaal is veel te snel gegaan en is toe aan een correctie
b) de bull markt in edelmetaal heeft z’n tijd gehad
c) de economie in de V.S. toont duidelijke tekenen van herstel met diverse fraaie jaarcijfers vooral in de high tech sector (Apple, Intel, IBM)
d) China heeft met andere landen de rente verhoogd alsmede de kapitaalratio van de banken naar boven bijgesteld vanwege inflatieangst die ook in de rest van de wereld in de greep krijgt; een eventuele hogere rente zou slecht voor het edelmetaal zijn.
e) de bullion banks zouden zich niet langer alleen met shorts op de futures markt (COMEX) concentreren maar nu ook op de aandelen van de grote mijnbouwers met effecten op de gehele markt; dit als gevolg van de verder oplopende tekorten van fysiek goud en zilver en het inherente leveringsrisico op de termijnmarkt
f) de geslaagde lobbyrol van de bullion banks om de speelruimte op de COMEX niet te verkleinen en om bijgevolg met hernieuwde acties druk op de edelmetaalprijzen te kunnen houden
g) de margin verhoging voor edelmetaal, waardoor het voor de ‘longs’ lastiger wordt hun posities langer aan te houden vanwege een snellere margin call bij dalende (door de bullion banks ingezette shorts!) futures prijzen.

Het geheel van argumenten overziende en gelet op de daling van de goud- en zilverprijzen met resp. 5,7% en bijna 12% valt vooral de daling van de grootste producenten met gemiddeld 12% tot 15% uit de toon. De kleinere fondsen kregen het veelal nog heftiger voor hun kiezen. Daarmee werd de onderwaardering van de mijnbouwaandelen in edelmetaal flink aangescherpt.

alt

Het langjarig gemiddelde van de HUI index bestaande uit 16 gemiddeld gewogen edelmetaalfondsen gedeeld door de prijs van het goud ligt op .50 terwijl dit nu rond .37 ligt. Gegeven de huidige marktverhoudingen zou deze ratio eerder op .60 moeten komen.

Is er sprake van een gezonde correctie of meer een aanzet tot een dalende trend? Deze vraag kan direct beantwoord worden want in het bovenstaande rijtje ontbreekt het fundamentele argument van de verder groeiende staatsschulden en het “uitwonen” van ons fiatgeld (zonder enig onderpand) middels de drukpers. Dit is intussen een volledig onomkeerbaar proces geworden zoals dat ook het geval was ten tijde van Cleopatra. Destijds zag zij als gevolg van de grote schulden van papa Ptolemaeus geen andere uitweg meer dan de gouden en zilveren “dukaten” te vervangen door brons of een koperlegering.

Thans groeit de geldverruiming gestaag door en reden voor analisten om vraagtekens te plaatsen. Even opvallend was dat de dollar zowel tegenover het edelmetaal als tegenover de euro daalde. Dit maakte wederom duidelijk dat de aanzet tot een lager ingeprijsd edelmetaal met opzet door ‘da boyz’ (de bullion banks) werd ingezet op het moment dat de margins werden verhoogd zonder dat er meer opheldering hoefde te komen over de manipulatieve acties door die zelfde ‘da boyz’. Ze werden bovendien bediend met positief bedrijfsnieuws dat vooral professionele beleggers lokte naar andere assets te kijken. De vraag is hoe lang het nog duurt voordat de beurs – in de eerste plaats gestimuleerd door de geldverruiming – een dreun krijgt. Een positieve beurs en een goedkoper edelmetaal maskeren de onderliggende dramatische ontwikkelingen. Intussen wordt al gesproken van ‘QE to infinity’.

alt

In bovenstaande grafiek is de correlatie duidelijk zichtbaar tussen de opgaande beurs en QE (quantatitive easing) waarmee wordt aangetoond dat de beurs initieel op drijfzand draait. Zie de knik in de S&P index vorig jaar toen QE 1 afliep en vervolgens in september QE 2 werd gelanceerd. In die zelfde periode (2009 – 2010) is het goud gestegen van $940 naar $1.420 of 51%. Dat is evident minder dan de stijging van de S&P met 67% in die periode.

Maar laten we het rijtje even aflopen.

Sub a en b. Het goud heeft sinds 2002 een flinke stijging doorgemaakt van resp. 27%, 21% (2003), 5% (2004), 17% (2005), 24% (2006), 31% (2007), 6% (2008), 24% (2009) en 30% (2010) of een gemiddelde stijging van ruim 20% per jaar. Een betere graadmeter van de voortdurende verruiming van de geldhoeveelheid (= geldontwaarding) bestaat er niet.


alt

Het zilver steeg in die periode van $3,55 naar $28,60 zien ofwel een gemiddelde stijging van maar liefst 78%.

alt

Het zilver was aanmerkelijk achter gebleven bij het goud en maakte na de come back in 2006 vooral vanaf 2009 een inhaalslag van $10 naar ca. $30 ofwel een avance van 200%.

Daarmee is de historische goud/zilverratio weliswaar gedaald van ca. 65 naar ca. 50 maar benadert nog lang niet de historische verhouding van 16 ounces zilver voor 1 ounce goud.

Daartoe zou een tweede inhaalslag moeten worden gemaakt van $27 naar $93 per ounce of omgekeerd zou het goud met diezelfde factor van 3,1 moeten dalen naar ca $430. Dat laatste staat buiten alle verhoudingen en of daarmee het zilver naar $93 opschuift, zullen we moeten afwachten. Daarbij mag je er niet van uitgaan dat de goudprijs rond het huidige niveau blijft hangen dan wel een blijvend dalende trend inzet. Zoals gezegd, fundamenteel is er niets veranderd. Ergo, de situatie verslechtert slechts. Niettemin zou een edelmetaalcorrectie op zich prettig zijn vanwege de aantrekkelijker (nieuwe) instapmogelijkheden.

alt

De goudprijsontwikkeling van fase 1 wordt wel aangegeven bij de drempel van $1.000. Volgens bovenstaande chart ligt de eerste bodem rond het niveau $1.325 en een tweede op $1.270. Voor het veel volatielere zilver ligt de eerste serieuze weerstand op $21.

Ten tijde van fase I hebben zich ook enkele correcties voorgedaan waarvan die in 2008 van $1.003 naar $766 of een daling van ruim 30% de meest forse was. Dergelijke heftige schommelingen liggen thans minder voor de hand. Dit houdt verband met het feit dat het huidige monetaire beleid (QE) wordt beschouwd als nog de enige “oplossing” om de economie aan de praat te houden. Misschien door weinigen als zodanig onderkend werd met het recente ontslag van oud-Fed president Paul Volcker als Obama’s raadsman of last resort hiertoe eveneens een duidelijk signaal afgegeven. Volcker wilde naast het terugdraaien van QE bovendien de macht van de banken inperken. De Aziaten zullen zich hierdoor te meer aangespoord voelen in edelmetaal te gaan.

Wat nog het meest in het oog valt is de geringe vertegenwoordiging van edelmetaal in het totale mondiale portefeuillespectrum van financiële bestanddelen (aandelen, obligaties en cash) ad 0,6%. Dit is niet ver af van het dieptepunt van 0,3% in 2001 en significant lager dan de 3% in 1980 en de 4,8% in 1968. Indien fondsbeheerders als groep dit percentage van 0,6% zouden ophogen tot 1,2% zou dat een equivalent van 26.000 ton goud of meer dan elf keer de huidige wereldproductie vergen. Maar ook het “onder de hoed” houden van het edelmetaal door de banken zal straks blijken te werken als een onder water gehouden ballon.

Sub c.
Inderdaad, de Amerikaanse economie toont tekenen van herstel vooral wanneer wordt gekeken naar exporterende bedrijven alsmede bedrijven die hun productie voor een belangrijk deel hebben ondergebracht in de opkomende landen. Intussen wordt 40% van de omzet buiten de V.S. gerealiseerd, overigens ten koste van de binnenlandse werkgelegenheid. Het midden- en kleinbedrijf weet daarvan alleen te profiteren voor zover het kan toeleveren aan exporterende bedrijven. Ook de retailers doen het door de bank genomen beter, zij het tegen afbraakprijzen. De koopkracht stijgt immers niet!

Over koopkracht gesproken! Al bijna een jaar geleden refereerde Hillary Clinton met afschuw aan de gigantische budgetoverschrijdingen (intussen meer dan $1.500 miljard op jaarbasis!) terugdenkend aan de tijd dat haar man afscheid nam met zelfs een licht budgetoverschot. Voorts zei ze als minister van BZ dat de onaanvaardbaar hoge staatsschuld zal leiden tot een aanzienlijke verslechtering van Amerika’s positie op het internationale podium van de wereldpolitiek. Een en ander heeft zich reeds vertaald in de afnemende rol van de greenback. Werd in het jaar 2000 nog ruim 70% van de wereldhandel afgerekend in dollars, thans is dat rond 61%. Deze afname is vooral te danken geweest aan de euro. De verdere afbraak van de dollar én euro zal zich vertalen in een verder stijgende edelmetaalwaarde en een stijgende yuan of renminbi.

alt

Maar wat te denken van Alan Greenspan’s verklaring onlangs in een interview met Fox Business, waarin hij toegaf dat ‘some mechanism has got to be in place that restricts the amount of money which is produced, either a gold standard or a currency board, because unless you do that all of history suggest that inflation will take hold with very deleterious effects on economic activity (vertaald: ‘er dient een mechanisme te zijn ter beheersing van de geldhoeveelheid in de vorm van een gouden standaard of een valutawaakhond, omdat in het andere geval het verleden heeft aangetoond dat de inflatie toeslaat met bijzonder nadelige gevolgen voor de economische activiteit’.

Voorts ging hij verder door te zeggen: ‘There are numbers of us, myself included, who strongly believe that we did very well in the period between 1870 and 1914 with the international gold standard’ (vertaald: ‘Er zijn diversen onder ons, inclusief mijzelf, die geloven dat we het heel goed deden in de periode 1870 tot 1914 ten tijde van de internationale gouden standaard’). De oprichting van de Fed in 1913 maakte een einde aan deze ontwikkeling. In dit interview ging hij zelfs zover door zich af te vragen of we wel een centrale bank nodig zouden hebben. Dit is wel erg veel mosterd na de maaltijd, waarbij hij van zichzelf als voormalig Fed president “redelijk” de risée maakte. De wijsheid komt in zijn geval kennelijk pas op zéér gevorderde leeftijd!... To be continued!

Deel 2 van dit artikel verschijnt dinsdag 1 februari.


altRobert Broncel
Publicist US Markets


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.