...

Euronext fondsen (60) met risicogetallen ..

7 oktober 2005, 00:24 | US Markets Redactie | leestijd: 6 minuten | moeilijkheid: 11 / 12 | (0)

Na een eerste introductie van de Stiphout-methode (zie Fundamenteel: De Stiphout - Methode .... ), zullen we ons nu vooral richten op de verschillende resultaten die dit model voortbrengt .... Door voor elk fonds de k/w- verhouding te vergelijken met een score gebaseerd op groei en risico, kunnen we snel bepalen of een aandeel onder- of overgewaardeerd is ten opzichte van de markt ... Verder krijgt ieder fonds een unieke totaalscore toegewezen, van waaruit een ranglijst kan worden samengesteld van zo’n 60 fondsen ... Bas van Stiphout zet dit voor u op een rijtje ...
And the winners are…
In het vorige artikel ( Zie : Fundamenteel: De Stiphout - Methode .... ) hebben we reeds gezien hoe de methode in z’n werk gaat. We gaan nu op zoek naar koopwaardige aandelen op basis van 3 cruciale factoren: groeicijfers, voorspelbaarheid van de winstcijfers en de k/w- verhouding. Die 3 cijfers apart van elkaar vertellen ons in principe niet zoveel. Een fonds met een lage k/w is geen automatische koop, terwijl een aandeel met een matige winstgroei best een buitenkansje kan zijn. We zullen de 3 basiselementen dus moeten samensmelten tot één geheel om tot een juiste beoordeling te komen.

In het vorige artikel vergleken we telkens 2 fondsen met elkaar, en probeerden we doormiddel van logisch redeneren erachter te komen welk van de twee de beste koop zou zijn voor de langere termijn (beleggingshorizon 6 tot 12 maanden). Met een selectie van een paar fondsen zal dat waarschijnlijk niet snel tot problemen leiden, maar in het geval dat we met vele tientallen fondsen te maken krijgen, zou dat niet alleen erg tijdrovend werken, je zou na verloop van tijd het spoor helemaal bijster raken door een gebrek aan overzicht.
Echter, we hebben hier een oplossing voor in de vorm van een unieke totaalscore per fonds. Deze totaalscore is vastgesteld op basis van de 3 bepalende factoren, en geeft de koopwaardigheid van een bepaald aandeel aan. Zoals eerder vermeld zijn hoge groeicijfers en voorspelbare winsten een pré, en die zullen dan ook de totaalscore op positieve wijze beïnvloeden. Bij een totaalscore groter dan nul kunnen we spreken van een onderwaardering ten opzichte van de markt, terwijl een negatieve totaalscore een overwaardering aangeeft.
Hieronder treft u een lijst van 59 fondsen aan met bijhorende data, allen genoteerd aan de Amsterdamse beurs. De fondsen in deze tabel zijn gerangschikt op hun totaalscore die uiteenloopt van +53 (onderwaardering) tot -21 (overwaardering) . De score in de voorlaatste kolom is samengesteld uit de gegevens van groei en risico. Eenvoudig gezegd, hoe hoger deze score, hoe hoger de groei en/of lager het risico.


Zoals u ziet prijkt het AScX-fonds United Services Group bovenaan deze lijst. Dit aandeel staat dan ook garant voor kwaliteit vanwege een hoog continuerend groeipercentage, en waar tevens weinig onzekerheid bestaat over de toekomstig te behalen resultaten. Bovendien hoeft er voor deze kwaliteitscijfers niet veel betaald te worden. De k/w voor 2007 bedraagt nog geen 9, en dat is gezien de situatie gewoon goedkoop te noemen. Het aandeel is dan ook zeker koopwaardig met een minimaal koerspotentieel van rond de 30% voor de komende 6 tot 12 maanden. Ook de vorige keer besproken aandelen Athlon en Buhrmann vinden we terug in de bovenste regionen op plaatsen 3 en 4, en mogen zeker aan de portefeuille worden toegevoegd. De fondsen Aegon, Brunel, KPN en Wessanen vallen op met een totaalscore van 0, dat niets anders wil zeggen dat deze aandelen een juiste waardering hebben.

Een aantal aandelen zoals Corus en Crucell zijn niet in de lijst opgenomen, dit vanwege hun te hoge risicogetallen. Dit betekend zeker niet dat het model deze fondsen als verkoopkandidaten zien. Echter, het model raadt geen positie in deze fondsen aan voor de meer behoudende belegger. Deze aandelen kunnen erg speculatief zijn waar veel onzekerheden aan kunnen kleven.
Ook fondsen als Hagemeyer en Shell moeten we in deze lijst missen, en hier vanwege het ontbreken van een continuerende groei voor de komende tijd.
Het gezegde “een plaatje zegt meer dan duizend woorden” mag voor zich spreken, vandaar dat we alle in de ranglijst geplaatste aandelen in een grafiek hieronder hebben afgebeeld, waarbij voor elk fonds de k/w- verhouding tegen de score voor groei en risico wordt uitgezet. De aandelen met een lage k/w- verhouding en een hoge gecombineerde score voor groei en risico zijn de echte koopjes en vind u in het gebied rechtsonderdaan de grafiek. Het tegenovergestelde scenario van een hoge k/w en een bijhorende lage score bevind zich linksboven in de grafiek. Hier is sprake van overwaardering (zie bijvoorbeeld het aandeel De Telegraaf) waarvoor je diep in de buidel moet tasten, terwijl het de gegeven groei en het hoge risico eigenlijk niet waard is.
In een volgend artikel zullen we nader op de resultaten van deze lijst ingaan, en zullen we ook een blik op de Franse beurs werpen. Vanwege de fusie van de Euronext beurzen (Amsterdam, Brussel en Parijs) een paar jaar geleden, is het hedendaags mogelijk om tegen lage tarieven en actuele informatie op die markten te handelen. We zullen de horizon dus niet tot ons eigen kikkerlandje beperken…
Bas van Stiphout
US Markets

Zie ook de FA Pit Discussie

7 oktober 2005
Publicist Bas van Stiphout, is particulier belegger en bezit in de fondsen Athlon, Buhrmann en Numico een positie. Bij de overige fondsen in het artikel vermeld heeft de publicist geen posities open staan zowel long als short op het moment van schrijven.


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.